Lokaal Politiewerk

‘Contextgericht werken’ betekent dat je werkzaamheden aanpast op de situatie. Voor de politie is het belangrijk dat zij haar plaatselijke aanpak afstemt op plaatselijke problemen. Dat is uiteraard niet altijd eenvoudig. Steeds vaker hebben gebeurtenissen in de wereld en in Nederland invloed op wijken en buurten. Drugscriminaliteit is een belangrijk voorbeeld hiervan. Van ripdeals in de Rotterdamse haven tot XTC-afvaldumpingen op het Brabantse platteland. Een ander voorbeeld is de situatie met de problemen door migratie. Van de opvang van grote aantallen vluchtelingen in asielzoekerscentrum tot uitbuiting en overlast door arbeidsmigratie. 

‘Contextgericht werken’ zorgt voor vragen die we met onderzoeken willen beantwoorden. Hoe werken politiemedewerkers binnen en buiten de politie samen om ingewikkelde problemen op te lossen? Soms gebruiken criminelen legale bedrijven en diensten voor illegale activiteiten. Hoe kan de politie burgers helpen om voor zich zelf op te komen? En hoe krijgt de politie grip op de digitale wereld? Deze wereld heeft steeds meer invloed op onze lokale omgeving.

De politie heeft vaak ook een zorgtaak. Politiemedewerkers komen in contact met onbegrepen gedrag en geweld in afhankelijkheidsrelaties. Mensen met onbegrepen gedrag kunnen sociale of psychische problemen hebben. En soms ook verboden middelen gebruiken of verslaafd zijn. Als de politie erbij komt, is dat vaak bij overlast of gedrag waardoor anderen zich onveilig voelen. We ontwikkelen kennis over hoe de politie zo goed mogelijk kan reageren op dit gedrag. En hoe de politie het beste kan samenwerken met andere partijen, zoals zorgaanbieders.

De politie krijgt ook te maken met geweld in afhankelijkheidsrelaties. Bij dit geweld gaat het om daders die misbruik maken van afhankelijkheidsrelaties.
De politie kijkt vooral hoe politiemedewerkers kunnen omgaan met de kwetsbare slachtoffers. En hoe de politie kan helpen om dit geweld te voorkomen. Hiervoor werkt de politie samen met bijvoorbeeld Veilig Thuis en de GGD. We doen onderzoek naar geweld in afhankelijkheidsrelaties in gezinnen en families. Maar ook in instellingen en bij sommige vormen van mensenhandel. 

Politiemedewerkers kunnen vaak met een gesprek een probleem oplossen. Belangrijk hierbij is hoe goed de politiemedewerker de situatie kan inschatten. En hoe goed het relationeel vakmanschap van die politiemedewerker is ontwikkeld. Maar soms lukt dit niet. Dan mag de politie geweld gebruiken. Dit noemen we ‘geweldsaanwending’. In de Politiewet en de Ambtsinstructie staat welke regels en voorwaarden hiervoor gelden. 

In de onderzoeken naar geweldsaanwending bekijken we hoe politiemedewerkers geweld gebruiken en omgaan met de geweldsmiddelen. Maar ook welke training zij krijgen in het gebruik van geweld. Voorbeelden van geweldsmiddelen zijn het stroomstootwapen, de pepperspray en het dienstwapen. We onderzoeken ook situaties waarbij burgers geweld gebruiken tegen politiemedewerkers.