Het Kenniscentrum Opsporing en Criminaliteitsbeheersing houdt zich bezig met algemene en specialistische opsporing. Specialistische opsporing is bijvoorbeeld het sporenonderzoek dat de recherche doet. Daarnaast onderzoeken we nieuwe vormen van samenwerking waarmee de politie criminaliteit kan opsporen en kan bewijzen. Of waarmee we criminaliteit kunnen tegenhouden. De onderzoeken van het kenniscentrum verdelen we in twee onderwerpen: opsporingswerk en veiligheidscoalities.
Via onze kennisdiensten komt de kennis bij de politiepraktijk en het politieonderwijs.
Opsporing gebeurt binnen de regels van het strafrecht. De kwaliteit van de opsporing is regelmatig een onderwerp in maatschappelijke debatten. Het gaat dan om de kwaliteit van opsporingsvaardigheden. Zoals het verhoor, het opmaken van een proces-verbaal of forensische rapportages. Maar ook om de kwaliteit van het totale opsporingsproces. De onderwerpen van onderzoek zijn recherchekunde, forensisch onderzoek en verhoor.
Het vak recherche is altijd in ontwikkeling. Binnen de opsporing is en blijft kennis van hoge kwaliteit nodig. Op technologisch en digitaal gebied. Maar ook in vakinhoudelijke kennis en kennis over de samenwerking met verschillende partners. Bij dit onderwerp staan vragen vanuit de opsporings- en onderwijspraktijk centraal. Vakmanschap en innovatie zijn de belangrijkste onderwerpen in de onderzoeken.
Door technische ontwikkelingen kan de politie sporen steeds sneller en beter onderzoeken. Ook wordt onze samenleving steeds meer digitaal. Dat zorgt voor andere misdrijven en veel meer digitale sporen. Nieuwe technieken helpen om verschillende soorten sporen beter en sneller te gebruiken in het opsporingsproces. Wat onderzoeken we?
In het verhoor maakt de politie gebruik van 'Investigative interviewing’. Dit wordt ook wel verhoor 2.0 genoemd. Het is een aanpak om bij aangevers, getuigen en verdachten informatie te verzamelen. Hierdoor verzamelt de politie meer betrouwbare informatie. Onze onderzoeken gaan over hoe we politieagenten en rechercheurs het beste kunnen opleiden om deze aanpak te gebruiken. Maar ook over hoe we hen in de praktijk goed kunnen blijven trainen. En hoe goed een verhoor op afstand via een videoverbinding werkt.
Kenniscentrum Opsporing en Criminaliteitsbeheersing
Veiligheidscoalities zijn de samenwerkingen die de politie heeft om de veiligheid te verbeteren. De politie werkt hiervoor samen met verschillende publieke en private partners die voor de opsporing belangrijk zijn. In dit werkgebied zijn steeds meer partijen actief. De politie zoekt naar nieuwe vormen van samenwerking om criminaliteit te voorkomen en op te sporen. Belangrijk hierbij is dat we gebruik maken van de vakkennis van iedereen.
Onderwerpen van de onderzoeken zijn burgeropsporing en kennismobilisatie.
Burgers hebben meer mogelijkheden dan in het verleden om zelf op te sporen. Vooral alle techniek is verbeterd. Burgers kunnen daardoor steeds meer informatie krijgen. Zo zijn zij gevraagd maar ook ongevraagd vaker een partner van de politie. Voor de politie is het belangrijk te bepalen hoe zij hier tegenover staat en mee omgaat. in de samenwerking tussen burgers en politie. En welke lessen we hieruit kunnen leren.
In onze wereld volgen (technische) ontwikkelingen elkaar snel op. De kennis van het vak opsporing groeit mee met deze veranderingen. Soms gaan ontwikkelingen sneller dan de politie kan bijhouden. Daarom werkt de politie steeds meer samen met anderen. Zo kan de politie speciale kennis van anderen gebruiken voor de opsporing. Onze onderzoeken gaan over welke werkwijze de politie hiervoor kan gebruiken in de opsporing. En hoe nuttig deze vorm van samenwerken in de praktijk is.
Lees meer
Deze website van de Politieacademie gebruikt cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet.
Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.