Je bent echt ‘van de politie’ Alarik zien we als student aan de Politieacademie in de serie ‘Blauw’, maar hij is dan al 34 jaar. Als hij zich inschrijft, heeft hij al kinderen, een koophuis en een aardige carrière achter de rug. Maar dat is niet meer voldoende. ‘Ik wilde weg uit de commerciële sector. Het is natuurlijk leuk als je een miljoen pallets omzet op je werk, maar het voegde uiteindelijk niets meer toe aan mijn leven. Ik ben echt bij de politie gegaan om het verschil te maken.’ ‘Het was geen jongensdroom’ Alarik is lang werkzaam geweest in de logistiek, onder andere als afdelingsmanager en teamleider. ‘Ik heb toen al een paar keer op het punt gestaan om me bij de politie in te schrijven. Het was geen jongensdroom van me om bij de politie te gaan. Ik dacht vooral dat ik het goed zou kunnen. De arbeidsvoorwaarden voor een aspirant politieagent waren vroeger alleen minder goed dan nu. Ik had toch een gezin te onderhouden.’ ‘Ik bleef wel het gevoel houden dat ik dit wilde doen. Op een gegeven moment dacht ik ‘dit werk ga ik niet volhouden tot mijn pensioen’ en zo ben ik op mijn 34ste begonnen aan de Politieacademie.’ ‘Welke persoonlijke kwaliteit je nodig hebt om een goede politieagent te zijn? Ik denk dat je echt moet beschikken over een dosis empathisch vermogen. Dat had ik al, maar dat is ook nog in ontwikkeling. Als professionele kwaliteit denk ik dat je echt eigenaarschap moet voelen over datgene wat je doet en voor iemand kunt doen.’ ‘En dat betekent ook dat je soms niet om vier uur kunt denken ‘ik ga naar huis en het is klaar’. Sommige zaken vergen gewoon veel opvolging.’ ‘Je mag overal vooraan staan’ ‘In mijn vorige baan was ik veel bezig met plannen, aansturen en organiseren. Dat kan ik nu ook goed inzetten bij het politiewerk. Hetzelfde geldt voor de slechtnieuwsgesprekken; als teamleider had ik hier ook al wat ervaring mee.’ ‘Wat echt anders is aan het politiewerk vergeleken met mijn vorige werk, is dat je overal vooraan mag staan: alle registers gaan voor je open én je mag overal tussendoor. Het is wel een grote verantwoordelijkheid om hier goed mee om te gaan. Tegelijk ben je ‘van de politie’ en dus moeten mensen soms naar je luisteren.’ ‘Dat vond ik wel wennen. Je kunt directief zijn, maar als politieagent moet je ook autoriteit uitstralen. Dat betekent niet dat je je altijd zo moet opstellen, maar sommige situaties vragen daar wel om. In die rol moest ik groeien.’ ‘Ik werk nu in de opsporing’ ‘Waar ik in eerste instantie echt de straat op wilde, is dat door de opleiding veranderd naar opsporing. De opleiding heeft mij dus wat anders gebracht dan ik er van tevoren van had verwacht. Maar eigenlijk is het beter dan verwacht. Ik ben daar heel erg blij om want het past ontzettend goed bij me: ik ben nu ook werkzaam in de opsporing.’