Gesprekken voeren kun je leren Jongeren aanspreken die voor overlast zorgen. Dat is één van de thema’s waar de studenten van de Politieacademie in hun eerste weken al meteen mee te maken krijgen. In aflevering 2 van de nieuwe docuserie ‘Blauw’ zien we student Jip en juridisch docent Gerrie tijdens de introductieweek oefenen met het aanspreken van overlast gevende jeugd. Context tussen gesprek en regels kennen ‘Ik leer de studenten de context begrijpen tussen het voeren van gesprekken en vanuit welke regels en wetten ze dat moeten doen’, vertelt Gerrie. ‘Want als je dat niet weet, kun je een heel mooi gesprek voeren, maar dan kun je niet een bepaalde consequentie zoals een waarschuwing of bekeuring uitleggen. Die twee zijn namelijk altijd aan elkaar gelinkt.’ In de aflevering zien we Jip een gesprek oefenen met hangjeugd. ‘De voorbereiding bestond uit een melding dat er overlast door jongeren was. Dat bespreek je eerst met je collega en dan ga je eropaf. Je weet dus eigenlijk niet wat je kunt verwachten.’ Als Jip zijn gesprek voert, is hij net begonnen met de opleiding tot politieagent. ‘Waarschijnlijk had hij in die eerste weken van het begrip CIPA gehoord’, legt Gerrie uit. Investeren en iemand in z’n waarde laten ‘CIPA staat voor contact maken, informatie verzamelen, probleemaanpak en afhandeling. Dit is hoe wij bij de politie eigenlijk elk gesprek aangaan. Wij proberen hiermee naar de lange termijn te kijken. Je kunt er wel bovenop duiken met ‘de muziek moet uit’, maar dan bereik je vaak het tegenovergestelde. Als je uitlegt dat er geklaagd is – dus informatie deelt – dan snapt de jeugd in dit geval vaak beter waarom wij vragen of de muziek uit kan.’ ‘Wat belangrijk is bij gesprekken, is dat je de ander in zijn of haar waarde laat’, vult Jip aan. ‘Je moet goed luisteren én investeren, maar ondertussen moet je wel je grenzen aangeven en je rol duidelijk aangeven. Je moet de houding hebben: ‘ik sta open voor je, maar als je te ver gaat, dan is het klaar’. Vaak zijn de jongeren die ik aanspreek maar amper jonger dan ik ben. Dan is het natuurlijk niet handig om meteen streng of autoritair te beginnen.’ Door zelfvertrouwen te hebben, leer je het gesprek steeds beter beheersen Waar let je op als je een groep benaderd? ‘Ik kijk eerst naar met hoeveel ze zijn en wat de doelgroep is’, vertelt Jip. ‘Ik let ook op veiligheid. Dus: wat hebben ze in hun handen en waar kan ik het beste staan als ik met ze ga praten. Ik hou ervan om met jongeren in gesprek te gaan, maar dan moet je wel een open houding hebben. Laat gewoon zien wie je bent en dat je interesse in ze hebt. Soms is het wel lastig, want je draagt een uniform. Dat schrikt sommige mensen af. In Gouda bijvoorbeeld, waar ik nu werk, merk ik dat het uniform soms ook afkeer opwekt.’ ❛❛ Het is echt belangrijk om gesprekstechnieken te oefenen voordat je ze in de praktijk brengt. Docent Gerrie ‘Per situatie kies je als agent de meest passende gespreksvorm, legt Gerrie uit. ‘Je voorstellen en uitleggen wat de bedoeling is, is een vorm van contact. Belangstelling tonen is bijvoorbeeld iemand aankijken en je stemgebruik aanpassen. De bedoeling is dat je op een gewone manier reageert en bij jezelf blijft. Dat is niet altijd even makkelijk en daarom oefenen we heel veel. Niet alleen klassikaal, maar ook in de leerteams. Ik probeer een veilige omgeving te creëren, waarbij de studenten ook fouten durven te maken. Soms stoppen we een oefening om een deel over te kunnen doen. Met een goed gevoel afsluiten is belangrijk! Dan kan het zelfvertrouwen ook groeien.’ Samen eruit komen Jip zegt in de aflevering: ‘Je moet er samen uitkomen’. Maar wat betekent dit voor hem? ‘Soms moet je samen water bij de wijn doen’, legt Jip uit. ‘Bij de hangjongeren in aflevering 2 bijvoorbeeld, hoeft de muziek echt niet helemaal uit. Als ze die zachter zetten, is dat al voldoende. Hetzelfde geldt voor rotzooi maken. Als ze het ook opruimen, dan kunnen ze daar wat mij betreft blijven staan.’ In de aflevering zien we ook Denise die arrestantenverzorger is in Houten. Zij voert regelmatig gesprekken met mensen die over hun toeren zijn. ‘Zij moet veel meer de-escalerende gesprekken voeren omdat mensen die vastzitten, vaak hoog in hun emotie zitten’, legt Gerrie uit. ‘Jij moet dan echt rustig blijven en haakjes zoeken om zowel te luisteren als iemand rustig te krijgen. Zulke gesprekken heb je op straat soms ook en dat maakt de situatie dan onvoorspelbaarder.’ Oefenen, oefenen en nogmaals oefenen ‘Het is echt belangrijk om gesprektechnieken te oefenen voordat je ze in de praktijk brengt’, legt Gerrie uit. Jip kan dit beamen. ‘Door veel te oefenen, gaat het je uiteindelijk in de praktijk veel beter af. Ik heb helaas al een paar slechtnieuwsgesprekken moeten voeren nadat er mensen waren overleden. Dat was na reanimatie. Dat heb ik nu vier keer meegemaakt en helaas hebben drie van de vier mensen het niet gered.’ Gelukkig maakt Jip ook positieve gesprekken mee. ‘Tijdens een verkeerscontrole kwamen we een ex-politieagent tegen die de nodige alcohol op had. We hebben hem toen meegenomen voor verhoor. Hij vertelde dat hij erg veel last had van beelden van dingen die hij als politieagent had meegemaakt. En dat hij hierdoor slaapproblemen heeft. Ik heb hem toen op het hart gedrukt hulp te zoeken bij een huisarts, want ik vermoedde dat hij PTSS had. Ik heb ook contact opgenomen met Gerrie.’ Opgepakt worden als eyeopener ‘Dat vind ik zo mooi aan Jip’, legt Gerrie uit. ‘Hij toont echt belangstelling in het werk en de persoon. Dat hoeft hij niet te doen, maar dat doet hij wel. Hij wist dat ik op de Politieacademie workshops geef over collega’s met PTSS. Dit om ervoor te zorgen dat de studenten aan de voorkant al de signalen van PTSS meekrijgen. Deze man was echt zoekende naar hulp; ik heb hem toen in contact gebracht met lotgenoten. Doe ik dit vaak? Nee, maar ik wilde hem wel helpen.’ Jip vult aan: ‘Ik sprak hem later en hij vertelde mij dat het feit dat hij opgepakt was, echt een eyeopener voor hem was geweest en bedankte mij. Hij was echt blij.’ Trots laat Gerrie het appje van de man zien: ‘Die avond dat ik bij Jip de blaastest moest doen, is absoluut geen toeval geweest. Mijn streven naar leven zonder te overleven, krijgt ongetwijfeld een mooie zet de goede richting in!’