Het verhaal van Estée Met sirene en zwaailicht. Of juist niet, zodat niemand het opvalt. En sneller, makkelijker door het verkeer zwierend met de motor. Bij de politie is rijden met een auto of motor een belangrijke vaardigheid. Iedereen die bij de politie operationeel werkt, volgt daarvoor een rijopleiding bij de Politieacademie. Estée zocht na jaren op een basisteam meer diepgang in haar werk en vond dat als rijdocent bij de Politieacademie. Ze vertelt je alles over het werk als rijdocent bij de Politieacademie. ‘Ik was in de eenheid een fanatieke motorrijdster. Ik ben mijn hart verloren aan het politioneel motorrijden. Ik heb tien jaar noodhulp gedraaid en heb allerlei mooie ervaringen mogen opdoen. Het viel me na enige tijd wel op dat het werken op een basisteam erg breed is. Dit is vooral qua kennis en inzet. Hierdoor wist ik van veel onderdelen de basis, maar miste ik diepgang in mijn werk. Tijdens mijn eigen rijopleiding van de motor was ik onder de indruk van het specialisme van de docent. Dit werkte inspirerend. Ik dacht als ik dat zelf ook kan bereiken, zou ik dat heel tof vinden.’ De opleiding tot rijinstructeur ‘Ik waagde het erop toen er de mogelijkheid was om te solliciteren als rijdocent. Ik deed twee rijtesten en had een sollicitatiegesprek. Dit deed ik voor een commissie. Hierna mocht ik de opleiding volgen tot instructeur. Je haalt hiermee ook de docentbevoegdheid in de burgermaatschappij. Je doet bijvoorbeeld didactische vaardigheden op. Ook leer je omgaan met een cursist die faalangst heeft. Het is namelijk erg belangrijk om te herkennen wat spanning bij een cursist doet. Je probeert een veilig leerklimaat te creëren. In eerste instantie begon ik als docent voor de basisrijopleiding. Dit is de rijopleiding initieel (ROI). Daarna ben ik verder opgeleid voor de motor en voor de onopvallende autorijopleidingen. Dit is voor bijvoorbeeld de ondersteuningsgroep.’ ❛❛ Het geeft gelijk beeld waarom je ergens met hoge snelheid en optische- en geluidssignalen naartoe moet ‘Tijdens opleidingen zijn we inzetbaar voor de meldkamer. We zijn als rijdocent dus ook nog ‘executief’. Als wij in de buurt rijden van een spoedmelding, dan vraagt de meldkamer ons ter plaatse te gaan. Dit is voor de eerste opvang. Die inzetbaarheid koppelt wat we proberen aan te leren en wat je doet in de praktijk. Het geeft gelijk beeld waarom je ergens met hoge snelheid en optische- en geluidssignalen naartoe moet.’ Verbonden met de politiepraktijk ‘Om mijn eigen ‘blauwe’ kennis op peil te houden, loop ik daarom ook nog meerdere keren per jaar stage in de praktijk. Wij hebben als rijdocenten ook bijgesprongen tijdens coronatijd. Je bent dus zeker verbonden met de politiepraktijk. Daar haal ik ook verbeterpunten uit. Ik denk dat collega’s nog bewuster mogen leren omgaan met hun weggedrag. Sommigen zien de brancherichtlijn als enkel een informatief document, maar dat is het natuurlijk niet. We hebben inderdaad vrijstellingen en we mogen veel. Maar je moet daar verantwoordelijk mee omgaan. Je moet de hele tijd blijven afwegen: welk middel heiligt welk doel. Daar komt professionaliteit bij kijken. Snelheid went toch heel snel.’ Onderdeel van de groei van cursisten ‘Rijdocent zijn is een supermooie baan, maar ook een pittige job. Je hebt veel verantwoordelijkheid. Je bent de hele tijd aan het voorspellen wat je cursist gaat doen. Je bewaakt het leerproces maar je bent op datzelfde moment ook bezig met jouw tijdmanagent van die dag. Ook bepaal je de route. Je bent dus veel aan het multitasken. Je let bijvoorbeeld op non-verbale communicatie van een cursist. Hoe zit hij/zij erbij? En ik probeer te kijken naar hóe iemand leert. Hoe kan ik deze cursist het beste in zijn/haar leertraject ondersteunen? Daardoor blijft het werk ook afwisselend. Maar wat ik het mooiste vind: je kunt de groei van mensen zien tijdens de opleiding. En jij bent daar onderdeel van geweest. Het is altijd leuk om oude cursisten weer te zien. Zij kijken met enthousiasme terug op de opleiding.’ ❛❛ Maar wat ik het mooiste vind: je kunt de groei van mensen zien tijdens de opleiding Nog meer vervolgopleidingen ‘Ik mag doen wat ik het allerleukst vind en dat is stiekem toch wel op de motor zitten. Als docent mag ik tegelijkertijd deze passie overbrengen op mensen die leergierig zijn en dieper willen ingaan op voertuig specifieke vaardigheden. Dat kost energie, maar geeft ook energie. Ik word uitgedaagd doordat ik zelf regelmatig een eigen leertraject mag doorlopen. Hiermee kan ik een niveau hoger lesgeven. Of ik mag zelf docenten opleiden. Er spreken nog genoeg vervolgopleidingen me aan.’ ‘Daarnaast heb ik heel veel vrijheid: mijn werkgebied is nu heel Nederland. In de eenheid werk je op jouw eigen postzegeltje. Ik mag alle plekken in Nederland ontdekken, van de Zeeuwse kust tot de Amsterdamse Dam. En ik heb regelmatigere diensten dan in de eenheid. Dit betekent dus niet meer ’s nachts op pad. Ik merk dat dit voor mijn lijf beter is.’