Naar hoofdinhoud
  1. Organisatie

Politiedebat: Radicaal anders kijken naar onze rol

Geschreven op
Politiedebat in de congreszaal op de Politieacademie in Apeldoorn

Een tikkie naar links en een tikkie naar rechts, dat werkt niet meer. We moeten dingen echt anders gaan doen. Wilbert Paulissen is politiechef in Oost-Brabant. Hij was heel stellig tijdens het Politiedebat, dinsdagavond op de Politieacademie in Apeldoorn. ‘De strafrechtketen loopt helemaal vast en met bijsturen redden we het niet meer. Maak het doen van aangifte minder vanzelfsprekend en los het anders op.’ Dat was een van zijn voorstellen.

De vraag naar de politie is groter dan de politie kan bieden. Dat is altijd al zo geweest. Maar de laatste jaren is het steeds lastiger om te laveren tussen verwachtingen en realiteit. De regioburgemeesters roeren zich en het kabinet heeft nieuwe plannen. En intern werkt de politie hard aan een nieuwe strategie. Het Politiedebat gaf ruimte om de uitdagingen van de politie vanuit verschillende kanten te belichten. Uitdagingen waar de politie nu en in de toekomst voor staat.

Oplosser van alle problemen

‘We zien de politie maar al te graag als de oplosser van alle problemen’, zei Jaco van Hoorn. Hij schetste tijdens het debat een rauw en eerlijk beeld van waar de politie voor staat. ‘Als mensen bellen, dan komen wij. Wij zitten bij de scherven. De politie is daar waar het mis gaat. Dat laat zich bestuurlijk lastig sturen en voorspellen.’ Volgens hem wordt er in beleidsstukken te vaak ingezet op het veranderen van de realiteit. En dat werkt niet.

Gebrek aan verbondenheid

Dat beeld heeft ook politiechef Wilbert Paulissen. Volgens hem wordt volop ingezet op gebiedsgebonden werken, terwijl de uitdagingen steeds breder worden. ‘Er is bepaald dat wij ‘kennen en gekend worden’ ook op internet vorm moeten geven. Maar het lukt ons nu al niet in de wijken.’ Volgens hem moeten ook andere overheidspartijen een dominantere rol spelen in de wijken als het gaat om verbinding. En op internet ziet hij heil in publiek-private samenwerkingen om het web veilig te houden.

Wassen neus

Het gebrek aan verbinding met de wijk is ook een doorn in het oog van professor meester Pieter van Vollenhoven. Als adviseur aan The Hague Centre for Strategic Studies pleit hij voor vaste wijkteams. Met zeven tot negen politiemensen per tienduizend inwoners. Die zitten op vaste plekken in de wijk en staan onder leiding van de burgemeester. ‘Want de huidige functie van burgemeester als gezagsdrager is een wassen neus.’ Dit zei hij tijdens een gesprek voordat het debat begon. ‘De politiemensen in de kleine en middelgrote gemeenten worden nu vaak weggezogen voor landelijke taken. De politie bepaalt hiermee welk gezag er mogelijk is voor de burgemeesters. Dat vind ik niet goed. De verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn. En dat zijn ze nu niet’, zei Van Vollenhoven.

Vaste teams fysiek in de wijk 

Teun Meurs is lector Gebiedsgebonden Politiewerk aan de Politieacademie. Hij kan zich vinden in het idee van vaste teams. Teams die fysiek in de wijk werken op een vaste plek. Maar je moet je wel afvragen hoe je dat gaat inrichten. ‘Laat je die mensen de hele dag op een bureautje zitten en wachten tot er iemand aanklopt? Heeft zo’n bureau een publieksfunctie? Deel je deze met partners? Hoe doe je dan een briefing, waar laat je je wapen? En wat kan digitaal contact hierbij aanvullen? Daar zou ik graag met actieonderzoek aan meewerken.’

Politiedebat vanuit het publiek in de congreszaal op de Politieacademie in Apeldoorn

Te snel aangifte doen

Met kleine stapjes ziet Wilbert Paulissen het probleem niet oplossen. Hij pleit voor een paradigmashift: radicaal anders kijken naar de rol van de politie. Duizend man erbij gaat volgens hem weinig oplossen. ‘De strafrechtketen is al overbelast, die kan je niet nog meer volstoppen.’ Volgens hem richt het dienstverleningsconcept van de politie zich te veel op het bieden van allerlei oplossingen. En er wordt te snel overgegaan tot het opnemen van een aangifte. Terwijl dat in veel gevallen weinig toegevoegde waarde heeft. De vanzelfsprekendheid van het doen van aangiftes zou volgens hem echt moeten veranderen.

Marktplaatsfraude 

Als voorbeeld noemde Paulissen Marktplaatsfraude. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat iemand zijn geld terugkrijgt. Een belletje naar de dader blijkt soms veel effectiever dan het opmaken van een proces verbaal.’ Hetzelfde geldt voor winkeldiefstallen. Die zijn goed voor zo’n zeventig procent van de aangiftes. ‘Daar zijn nu twee man zo’n vier uur aan kwijt voordat ze weer de straat op kunnen. Samen met winkeliers zou je moeten kijken naar andere concepten’, zei Paulissen.

Onverantwoord

Ook noemde hij de driehonderd zedenzaken die op een gegeven moment in Oost-Brabant op de plank lagen. ‘Die mensen wachten allemaal op een antwoord. Dat vind ik onverantwoord.’ Bij zedenzaken is de dader in negentig procent van de gevallen een bekende van het slachtoffer. Neem je zoals het Zweedse model aangiftes op in het ziekenhuis in plaats van op het bureau? Dan ontstaat een andere dynamiek. Maar ook door er direct een slachtofferadvocaat aan te koppelen. Hierbij kan je vaak veel meer oplossen met mediation dan met strafrecht.

Duizend dingen

Volgens de Apeldoornse burgemeester Ton Heerts krijgt de politie door beleidskeuzes duizend dingen naar zich toegeschoven. Als voorbeeld noemde hij GGZ-patiënten die vanuit de instellingen naar de wijken zijn verplaatst. Dat bezorgt de politie veel werk. ‘We moeten mensen weer voor lange tijd kunnen laten opnemen. Iedereen laten meedoen in de samenleving is niet langer haalbaar’, sprak Heerts tijdens het debat.

Nieuwe generatie

Op dit moment staat een nieuwe generatie politiemensen klaar. Daniël Nijland is aspirant. Hij hoopt dat hij na zijn studie vooral ook tijd heeft voor de jeugd in de wijk. En om een ‘balletje te trappen’ met ze. ‘Preventie was voor mij toch wel de belangrijkste reden om aan de politieopleiding te beginnen’, vertelde hij. De maatschappij heeft ook in de toekomst meer behoefte aan verbinding. Als het aan hem ligt, moet daar in het onderwijs meer aandacht voor zijn. ‘Nu komen we binnen met spectaculaire beelden van achtervolgingen en arrestaties. Maar de praktijk is natuurlijk een stuk minder spannend.’

Verbindende politie 

Zijn collega-student Anne Berntsen is het daar mee eens. Ook zij ziet toekomst voor een verbindende politie. Waarbij vooral ook een nauwe samenwerking is met netwerkpartners. ‘In onze opleidingen leren we nog niet goed hoe en welke netwerkpartners je moet inschakelen. Dat zou wel in het onderwijs moeten zitten. Je kunt niet alles afschuiven op ‘je leert dat wel in de praktijk’.’

Bijval

In de afsluiting van het Politiedebat kregen de twee studenten bijval van plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer. De basispolitieopleiding is van vier naar twee jaar gegaan. Volgens haar is dat ten koste gegaan van het wijkgericht leren werken. ‘Vinden we dat als Nederlandse politie belangrijk? Dan moet dat ook een vertaalslag krijgen in de opleiding’, zei Huyzer. ‘Dan moeten we dat met elkaar ook onder ogen durven zien. Ook al is dat heel ingewikkeld en komt er veel bij kijken. Maar dat is wel de weg die we hebben te gaan.’


Niet gevonden wat je zocht?

Deze website van de Politieacademie gebruikt cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet.

 

Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.