Naar hoofdinhoud
  1. Onderzoek

De waarde van goede relatie politie met burger

Geschreven op
Politiemensen in gesprek met buurtbewoners

De Nederlandse politie is een politie die zoekt naar verbinding. De relatie met burgers is belangrijk. Was de Nederlandse politie daar anders in dan buitenlandse politiekorpsen? Waarom had Nederland geen etnische rellen? Otto Adang van de Politieacademie deed met samen met andere wetenschappers in 2010 onderzoek naar de verbindende aanpak. 'Als je niet bepaalt waarom iets goed gaat, maakt dat je kwetsbaar.'

In andere landen, zoals Frankrijk, België of de Verenigde Staten, ontstonden rellen met etnische groepen. Zij stonden tegenover elkaar of de overheid. In Nederland waren ook wel gebeurtenissen, maar leidde dat niet tot grote rellen van meerdere dagen. 'Dit was het eerste grote onderzoek naar het onderdeel relatie van politiewerk bij ordehandhaving. De Nederlandse politie zit goed in de wijken, maar we zagen ook dat er kwetsbaarheden waren in de aanpak. Als je niet hebt bepaald waarom het goed gaat, dan kan het ook zomaar wegzakken. Daarnaast wordt de aanpak, als er geen goede onderbouwing voor is, kwetsbaar in tijd van discussies over kerntaken, capaciteit en bezuinigingen', vertelt Otto Adang.

Rellen ontstaan niet van de ene op de andere dag

Adang: 'Het lijkt misschien vaak alsof iets ontstaat in een dag, maar dat kun je niet los zien van de wijk of de relatie met de politie. Mensen komen elkaar ook na een gebeurtenis nog tegen. In Nederland gaat het dan blijkbaar anders, het leidt niet tot dagenlange rellen.' Naast een vergelijking met andere landen, bekeken de onderzoekers daarom ook situaties in Nederland.

Maar hoe ga je onderzoeken hoe iets niet gebeurd is? 'Uit literatuur wisten we dat er altijd een actie van de politie en een reactie van de bevolking daarop was. Daarom hebben we situaties uitgekozen, waarbij de burgermeester, politie of iemand anders in de pers zei: 'dit kan wel eens heel erg uit de hand lopen'. We hebben dus gekeken waar het mogelijk uit de hand kon lopen en dat ook gezegd werd.'

In Nederland voeren de overheid, maatschappelijke organisaties en politie een lokaal en verbindend beleid

De onderzoekers concludeerden: 'Dat beleid draagt met vallen en opstaan bij aan relaties die minder conflictueus zijn en meer gericht op samenwerken.' Als er dan een incident is met etnische spanningen, dan richt de werkwijze in Nederland zich op de-escalatie. Adang: 'Je moet je dus bewust zijn van de relaties. Hoe zijn die? Gun jezelf ook de tijd om de relatie te verbeteren, voordat er iets misgaat. Als je een relatie hebt wil het niet zeggen dat je nooit ruzie hebt. Maar ruzie hoeft niet te leiden tot geweld. Dat is eigenlijk op groepsniveau ook zo.'

Deze vier factoren zijn nodig voor een grootschalige escalatie

De onderzoekers vonden uit de verschillende situaties vier gezamenlijke factoren: het Adang/Horowitz-model. Deze vier factoren zijn alle vier nodig voor een grote escalatie:

  • Er is een relatie tussen groepen waar spanning op zit.
  • Er is een gebeurtenis waar verontwaardiging of boosheid over is. Bijvoorbeeld een situatie waarbij uit een andere bevolkingsgroep, of de politie geweld gebruikt heeft met ernstige gevolgen.
  • De verontwaardiging wordt breder gedeeld. Mensen krijgen het gevoel dat de overheid er niet voor hen is. Zij zien het geweld als een vorm van zelfverdediging.
  • Er zijn momenten om ongestraft geweld te plegen terwijl wij-zij tegenstellingen groeien.

Wat kan je doen op de factoren om te voorkomen dat het uit de hand loopt?

De factoren bieden daarna ook het spiegelbeeld: maatregelen om escalatie te voorkomen. 'Daar gaat het onderzoek over naar de politiemensen in de praktijk. Zij kunnen als professionals bedenken wat ze kunnen doen. Ik weet dat er teamchefs zijn die deze factoren op hun bureau hebben liggen. Om elke keer als er iets misgaat, naar deze factoren te kijken en daarop actie te ondernemen. Bijvoorbeeld bij de vierde factor: je moet ervoor zorgen dat je de tegenstellingen niet versterkt.

Daarnaast moet je maatregelen nemen om mogelijkheid tot geweld te verminderen. Dus bijvoorbeeld: handhavend optreden, grenzen stellen, maar niet de ME de wijk in sturen. In die fase zijn de vier strategische principes van crowd management ook erg belangrijk', zegt Adang.

De kern van het waar het om gaat: het relationele denken

Volgens Adang heeft het onderzoek laten zien dat alles wat de politie doet, effect heeft op de relatie met burgers: 'Ik kende nog geen wetenschappelijk onderzoek dat zo vergelijkend liet zien dat je richten op verbinding zo effectief kan zijn. Uit de meeste andere onderzoeken na heftige gebeurtenissen kwamen wel adviezen, maar die waren gebaseerd op conclusies achteraf. De verschillende theorieën kwamen niet samen. Dat maakt het kwetsbaar. Dit onderzoek leverde een perspectief op. Om aan de ene kant beter te begrijpen hoe het werkt. En aan de andere kant hoe je daar in de praktijk mee om kan gaan.'

Invulling van de praktijk: het ontstaan van Bondgenoten

Het onderzoek heeft daarna een weg gevonden in het politieonderwijs. Daarnaast is de onderzoekslijn doorgegaan bij de Politieacademie met het onderzoek 'Schurende Verschillen'. Daarin bekijken onderzoekers nog concreter: wat is 'verbinding'? En wat betekenen de eerste twee factoren van het model nu concreet in de praktijk?

Het onderzoek was ook een van de factoren voor het ontstaan van 'Bondgenoten' in Utrecht. De politie gaat daarin op zoek naar burgers die een spreken voor een bepaalde groep en invloed uit kunnen oefenen. Om de verbinding in de wijk te leggen, nog naast de gebruikelijke partners als gemeenten en jongerenwerkers. 'Dit is puur uit de praktijk ontstaan. Ik zie het als een invulling van het onderzoek en het theoretische gedachtegoed', vertelt Adang.

Als je dit verloren laat gaan, dan is het voorspelbaar dat het vaker uit de hand loopt

Het onderzoek beschreef een manier van denken binnen de Nederlandse politie. Je bewust zijn van effecten van relaties in je werk is belangrijk voor alle agenten, niet alleen wijkagenten. 'Het gaat dus niet om meer politiemensen, maar het bepalen wat belangrijk is.

Als je het relationele politiewerk verloren laat gaan, dan is het voorspelbaar dat je het vaker uit de hand loopt. Dat het in 'de haarvaten zitten' in de praktijk onder druk is komen te staan, dat is vol risico's. Rond de coronatijd is dat ook een beetje gebeurt. De verbinding met de samenleving is toen niet geweest wat je hoopt dat het is. Dat leidde tot een aantal escalaties. Maar er zijn recent ook voorbeelden dat het nergens echt uit de hand is gelopen. Zoals bij Black Lives Matter. Dat laat zien dat alles wat je doet, effect heeft op de relaties', besluit Adang.

Afscheid

Otto Adang, lector Openbare orde en Gevaarbeheersing, zal in maart 2024 afscheid nemen. Hij is sinds 2004 lector aan de Politieacademie en daarmee de langst zittende lector. In zijn carrière kwamen spraakmakende maatschappelijke vragen en onderzoeken voorbij. Van de voetbalhooligans en de 'Facebookrellen' in Haren. Tot de invoering van het stroomstootwapen en inzet van de ME.

Meer informatie


Niet gevonden wat je zocht?

Deze website van de Politieacademie gebruikt cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet.

 

Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.