Onderzoek Hoe andere Europese landen bedreigde personen bewaken en beveiligen Geschreven op vrijdag 31 maart 2023 Bedreigingen van onder andere politici en ambtenaren, liquidaties en ander geweld komen steeds meer voor. Dit zorgt voor een hoge druk op organisaties die zorgen voor bewaken en beveiligen. Ook andere Europese landen hebben te maken met veranderingen in dreiging. De Politieacademie wil van hen leren hoe zij bedreigde personen beschermen. Daarom bekeek de Politieacademie in opdracht van het Kenniscentrum Bewaken en Beveiligen hoe Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Italië dit doen. Niet alleen Nederland moet meer veiligheid bieden aan bedreigde personen, objecten of diensten. De Politieacademie bezocht vier Europese landen om te ervaren hoe zij daar bewaken en beveiligen. Onderzoekers interviewden experts van organisaties die in hun land een centrale rol hierin hebben. Deze bezoeken waren in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie (OM). Verschillen en overeenkomsten Uit het vergelijkend onderzoek blijkt dat veel landen tegen dezelfde problemen en beperkingen aanlopen, maar ook dat er verschillende werkwijzen en mogelijke oplossingen voor bepaalde vraagstukken zijn. In alle landen hebben aanslagen en incidenten het stelsel waarin gewerkt wordt vormgegeven. In de meeste landen ligt er een helder juridisch kader onder de maatregelen. Elk land werkt informatiegestuurd bij zowel het op- als afschalen van maatregelen. In de meeste landen en met name het Verenigd Koninkrijk zijn hiervoor duidelijke protocollen. Daar worden maatregelen alleen gecontinueerd als er aantoonbaar sprake is van een 'present and ongoing threat'. In met name Italië en Denemarken vormen de maatregelen onderdeel van een groter verhaal. In Italië van de strijd tegen de georganiseerde misdaad en in Denemarken van het beschermen van de democratische rechtsorde. In verhouding een nieuw systeem De onderzoekers stellen vast dat het Nederlandse systeem nog maar kort bestaat in vergelijking met de andere landen. Ook blijkt dat Nederland meer aandacht heeft voor het netwerk, het materiaal en de opleidingen van de uitvoerende organisaties. Verder geven de landen uit het onderzoek minder psychologische steun aan personen die zij bewaken dan Nederland geeft. Hun zorgplicht is vooral gericht op de fysieke veiligheid van een te bewaken persoon. Andere landen geven wel weer nazorg wanneer zij de bewaking en beveiliging van personen beëindigen. En wat opvalt, is hoe de Nederlandse overheid open staat voor publiek-private samenwerking op bewaken en beveiligen. Dat komt misschien door de druk op het systeem en de capaciteitsproblemen. In andere landen is dat laatste probleem minder groot. De onderzoekers, waaronder sectorhoofd Kennis en Onderzoek van de Politieacademie Edwin Bakker, doen geen aanbevelingen. Maar zij bespiegelen met dit onderzoek wel hoe we op een andere manier naar het Nederlandse systeem kunnen kijken: 'Ieder land is anders en dat maakt dat je werkwijzen niet zomaar één op één kunt overnemen. Maar we kunnen er wel van leren.' Meer informatie Het rapport 'Reflectie op Bewaken en Beveiligen' Naar een nieuw stelsel: het stelsel beveiligen van personen (ministerie Justitie en Veiligheid)