Onderwijs Politieacademie en Hochschule der Polizei werken samen op onderwerp verkeersveiligheid Geschreven op donderdag 18 juli 2024 Het hogere Nederlandse en Duitse politieonderwijs hebben de handen ineengeslagen. Zo konden zij meer aandacht geven aan het onderwerp mobiliteit. En wat de rol en functie van de politie daarbij is. De Duitse Hochschule der Polizei en de Nederlandse Politieacademie ontwikkelden een tweeweekse minor. Hierbij beten tien Duitse en tien Nederlandse studenten zich vast in het onderwerp ‘Traffic Turn’. De draai die moet worden gemaakt in hoe om te gaan met de veranderende vormen van verkeer. Dit dezen ze onder begeleiding van verschillende experts. ‘In Nederland hebben we een fietscultuur. Voor veel landen zijn wij daarin de benchmark’, zegt Dirk-Jan de Groot. Hij is D-Docent bij team gebiedsgebonden politie (GGP) van de Politieacademie. Team Verkeer is één van de clusters in Team GGP. Dirk-Jan is van huis uit verkeerskundige. ‘Verkeerswetenschap is één van de onderwerpen in de driejarige masteropleiding in Duitsland. Als Politieacademie hebben wij een samenwerking met de Duitse hogeschool. Vanuit die samenwerking klopten de Duitse collega’s twee jaar geleden bij ons aan. Ze wilden kijken of we samen een ‘elective minor’ konden organiseren over het onderwerp verkeer.’ Maatschappelijke noodzaak ‘Zo hebben we samen een nieuw onderwerp neergezet’, vertelt Dirk-Jan. Dat is de Inclusieve Stad. ‘Zeker in de grote steden moeten we een omslag gaan maken in onze mobiliteit. Die richt zich nu vooral nog op de auto. Maar we moeten veel meer toe naar een vriendelijke omgeving voor fietsers en voetgangers.’ ‘Dat is aan de ene kant vanuit een politieke agenda, maar ook vanuit een maatschappelijke noodzaak. We zien in de cijfers dat fietsers steeds vaker zijn betrokken bij ongelukken. Als we kijken door een politiebril, dan moeten wij ook iets met het onderwerp fietsveiligheid. En verandering in mobiliteit.’ Wettelijke taak van de politie Die politiebril kijkt breder dan alleen naar handhaving. ‘Dat zit ‘m in de wettelijke taak van de politie’, weet Dirk-Jan. ‘Wil een wegbeheerder, bijvoorbeeld een gemeente of een provincie, ergens de infrastructuur aanpassen? Dan zijn ze verplicht om daarover advies in te winnen bij de politie. Dat betekent dat onze verkeersadviseurs op de hoogte moeten zijn van de verandering in de modaliteiten. En in de verschillende vormen van vervoer. Wat zijn bij de aanpassing van de infrastructuur de kansen en de risico’s?’ ‘Wij hebben daarvoor de opleiding ‘Signaleren en adviseren binnen verkeersinfrastructuur’. Daarin spijkeren we collega’s bij over verkeerstechniek en verkeerskunde. We leiden ze op als adviseur op het gebied van problematiek rond verkeersveiligheid. Ze leren omgaan met de wegbeheerders. En welke rol ze aan tafel hebben en wat de ambtelijke etiquette is. Alles komt aan bod.’ Dezelfde snelheid met hetzelfde gemak Anders kijken naar verkeer is ingewikkelder dan alleen de auto de stad uit krijgen. Dirk-Jan: ‘Dat is maar één onderdeel. Mensen willen zonder auto nog steeds even mobiel zijn. Waar zij eerder de auto konden gebruiken, moeten zij nu een andere vorm van mobiliteit krijgen. De politiek is daar druk mee bezig. De politie nog niet zo.’ ‘Mensen willen misschien best de auto laten staan. Maar dan moet er wel een netwerk van openbaar vervoer zijn van hoge kwaliteit. En goede fietspaden, of fietssnelwegen. Zodat er een goede vervoerverbinding is van het dorp naar de stad waar mensen werken. Zodat mensen die rit op dezelfde snelheid en met hetzelfde gemak kunnen doen. Voor de stad, maar ook voor de meer landelijke gebieden is dat hartstikke belangrijk.’ Experts uitgenodigd In het Duitse onderwijs staat het onderwerp verkeer in het onderwijs uitgebreider op het programma dan in Nederland. ‘Bij de Duitse hogeschool hebben ze zeven professoren aangesteld. In het bijzonder op dit onderwerp. Een van hen gaf les in de minor.’ ‘Als Nederland zijnde, hebben wij een voorsprong. Wij maakten in de jaren zeventig al vrij liggende fietspaden. Voor ons is dat heel gewoon. Wij kunnen heel goed uitleggen waar wij tegenaan zijn gelopen. Fiets je weleens in een ander land? Dan merk je pas hoe goed wij het in Nederland hebben geregeld.’ ‘We zijn uiteindelijk twee weken op bezoek geweest bij de Duitse hogeschool in Münster. We hebben daarbij veel experts meegenomen. Onder meer van de fietsersbond. Maar ook van het cluster Lichte Voertuigen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. En van de Dutch Cycling Embassy.’ Wel of geen helm op de fiets De Nederlandse helft van de samenwerking bracht veel kennis. Maar aan Duitse kant viel ook genoeg te halen. Dirk-Jan: ‘Heel veel fietsers dragen in Duitsland een helm. Dat hebben zij daar heel goed voor elkaar. Dat is niet verplicht, maar moedigen ze wel slim aan. Draag je in Duitsland een helm? Dan krijg je korting op je verzekering en fietsverzekering. Ook scholen promoten dat kinderen een helm dragen.’ ‘De politie in Berlijn heeft veel ‘bikers’. Met hen is de afspraak: je hebt altijd jouw helm op. De gedachte is: wij zijn de politie. Mensen kijken naar ons. Wij geven het goede voorbeeld. We hebben besproken waar het verschil zit in het gedrag van mensen in Duitsland en Nederland. Dit deden we onder meer met een psycholoog.’ Hoog tevredenheidscijfer De tien Duitse en tien Nederlandse studenten kregen zo kennis van veel verschillende perspectieven. ‘Ze merkten dat het om een maatschappelijk belangrijk onderwerp gaat. Als het maatschappelijk belangrijk is, dan raakt het hun werk. En dan willen ze er graag over nadenken. De collega’s hebben met deze minor niet alleen veel meer kennis gekregen. Ze hebben ook een internationaal netwerk gekregen.’ ‘Naast de lesstof, hebben ze ook veel andere onderwerpen besproken. Hoe regelen jullie dit? Hoe pakken jullie dat aan? Het tevredenheidscijfer van de studenten over deze minor lag op 95 procent. Ik zou willen dat al onze opleidingen zo werden gewaardeerd. Ik hoop dat we dit volgend jaar weer zo kunnen doen. Kennis uitwisselen tussen Duitse en Nederlandse collega’s die uit hetzelfde hout zijn gesneden. En die kennis delen in ons onderwijs. Met elkaar maken we een betere politie.’