Naar hoofdinhoud
  1. Onderwijs

Verhoorstudenten Politieacademie oefenen samen met verstandelijk beperkte doelgroep

Geschreven op
Een verhoorstudent en een student van Parc Spelderholt tegenover elkaar aan tafel.

Bij een politieverhoor is het belangrijk dat de feiten en details van een misdrijf duidelijk worden. Maar wat nou als de getuige een kind of iemand met een verstandelijke beperking is? Dat brengt voor de verhoorder uitdagingen met zich mee. Daarom bezoeken verhoorstudenten van de Politieacademie een groep studenten van Parc Spelderholt in Beekbergen. Daar oefenen ze in de praktijk om gesprekken te voeren met een kwetsbare doelgroep. Een samenwerking die teruggaat naar 2012 en voor beide partijen nog steeds van grote waarde is.

‘Welkom bij Parc Spelderholt.’ Twee jongemannen in blauw overhemd en beige sloof ontvangen ons bij de ingang van het hotel. Ze nemen ons mee naar een zaal waar de koffie en thee al klaarstaat. Daar zitten nog zes jongeren te wachten op onze komst. Deze jonge studenten hebben een licht tot matige verstandelijke beperking. Zoals het Syndroom van Down, Autisme of het Williams-Beuren Syndroom.

De tachtig studenten van Academie Spelderholt wonen, werken en leren op het Parc. Zij volgen een ontwikkelingstraject van vier jaar om hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid te vergroten. De studenten hebben nog een ding gemeen. Want ze vinden het allemaal spannend dat de politie op bezoek komt.

Studioverhoorder in een kindvriendelijke studio

‘Ook de studenten van de Politieacademie vinden het spannend’, weet docent Imke Rispens. ‘Niet iedereen heeft even veel ervaring met deze doelgroep. Ze kennen de jongeren niet, weten niet precies wat hun niveau is en of het lukt om een gesprekje te voeren. Door hun beperking kunnen ze soms onvoorspelbaar reageren. Dat is best ingewikkeld.’ Rispens is recherchepsycholoog en geeft les aan specialistische verhooropleidingen op de Politieacademie. De studenten van haar en van collega-docent José Coenraads volgen de opleiding ‘Verhoren van kwetsbare getuigen in zedenzaken’. Na de opleiding gaan ze aan de slag als studioverhoorder.

Ze kunnen samen een tekening maken of een spelletje doen.

‘De verhoren die de studenten in de praktijk gaan doen, zijn allemaal in een kindvriendelijke studio’, vertelt Rispens. ‘Dat is een aparte ruimte op een politiebureau met gekleurde muren, fotobehang, kleurplaten en spelletjes. Soms moet een getuige even wennen aan de verhoorder om daarna vrijuit te kunnen praten over het (vermeende) feit. Dan kunnen ze samen een tekening maken of een spelletje doen. Of ze kunnen ervoor kiezen al kleurend het hele verhoor te voeren. Een kind kan het dan vaak langer volhouden, want gemiddeld duurt zo’n verhoor ongeveer anderhalf uur. Dan is de concentratie wel op.’

‘Ongeveer negentig procent van de verhoren die we in een kindvriendelijke studio doen, zijn zedenzaken’, legt Rispens uit. ‘De studenten zijn al zedenrechercheur en volgen deze opleiding als specialisatie om kwetsbare getuigen te kunnen verhoren. Dat zijn kinderen tussen de vier en twaalf jaar. Maar ook volwassenen met een verstandelijke beperking of met bijvoorbeeld autisme of ADHD. Ook kunnen het ouderen zijn met hersenletsel of hersenziektes, waardoor ze kwetsbaar zijn in een verhoorsituatie.’

Vijf praatinstructies bij verhoor met kwetsbare getuigen

In de opleiding hebben de Politieacademiestudenten kennis gemaakt met de vijf ‘praatinstructies’. Rispens: ‘Dat zijn praatregels die de verhoorder in een gesprek meegeeft aan een kwetsbare getuige. Eén daarvan is de instructie: Als ik een vraag stel en je weet het antwoord niet, dan moet je zeggen dat je het niet weet. Dat oefenen we altijd met een voorbeeld om te kijken of de getuige ook echt de instructie opvolgt. Bijvoorbeeld: Weet je in welk jaar jouw juf is geboren? Dan is het antwoord vaak: Nee dat weet ik niet. Je legt daarna uit dat ze dat ook niet kunnen weten. En dat je het zelf ook niet weet. Dat geeft vertrouwen dat ze het eerlijk kunnen zeggen als ze in het verhoor een antwoord niet weten. En het verlaagt de drempel om dit te zeggen.’

Ook hebben de studenten in de opleiding geleerd eenvoudige, korte en concrete vragen te stellen. Met die kennis en vaardigheden gaan ze naar Parc Spelderholt om kennis te maken met de doelgroep. ‘De studenten krijgen de oefening om een recente gebeurtenis gedetailleerd uit te vragen. Als een soort filmpje, zodat ze stap voor stap weten hoe iets precies is gegaan. Dat is wat ze in een echt verhoor ook moeten doen. In de een-op-een gesprekken met de jongeren zullen ze ervaren welke vraag wel werkt en welke niet’, vertelt Rispens.

Twee verhoorstudenten en twee studenten van Parc Spelderholt in gesprek aan een hoge tafel.

‘Vertel me daar eens alles over’

De Parc Lounge van Parc Spelderholt vult zich met gezellig geklets. Aan een van de tafels zit Tygo, een student van Parc Spelderholt. Verhoorstudent Lenny zit tegenover hem. ‘Ik weet niet precies hoe het hier werkt, dus dat moet jij mij vertellen. Ik vind niks gek of raar. En als ik straks iets aan je vraag en je weet het antwoord niet, dan moet je dat zeggen. Je moet het ook zeggen als ik een moeilijk woord gebruik’, begint Lenny het gesprek. Tygo is goed in spelling, dus volgens hem komt dat helemaal goed. Hij vindt het leuk om op Parc Spelderholt gasten te ontvangen en rond te leiden. Kortgeleden heeft hij dat nog gedaan. ‘Vertel me daar eens alles over’, zegt Lenny.

Tygo kletst moeiteloos over zijn werk en over zijn grote hobby muziek. Ook laat hij het weten als hij ergens liever niet over wil praten. En geeft hij Lenny een inkijkje in zijn denkwereld. ‘Als ik aan iets nieuws begin, vind ik dat vaak megaspannend. Maar dan denk ik: gewoon doorademen en dan kom ik er wel. Vaak valt het uiteindelijk wel mee.’

Diverse doelgroep met grote verschillen

Bij het gesprek zitten een student van de Politieacademie en een student van Parc Spelderholt om mee te luisteren. Na de eerste gespreksronde van een half uur mag iedereen het gesprek afronden. De studenten van Parc Spelderholt gaan samen met hun praktijkbegeleider naar een andere ruimte om te bespreken wat ze ervan vonden. Ook de studenten van de Politieacademie bespreken wat opviel, wat goed ging, wat niet werkte en welke vraag te moeilijk was.

Lenny vond het lastig om het niveau van Tygo te bepalen, omdat hij veel van haar vragen goed begreep. Want weet hij wel echt wat hij zegt? Of is het bijvoorbeeld geleende taal van zijn ouders? Een van de andere verhoorstudenten liep er juist tegenaan dat zijn gesprekspartner erg verlegen en moeilijk te verstaan was. ‘De jongeren zijn allemaal verstandelijk beperkt, maar het is een diverse doelgroep met grote verschillen. Het is goed dat onze studenten dat in deze oefening al ervaren’, zegt Rispens.

Vragen naar frequentie, data en tijden zijn moeilijk. Maar ook algemene en abstracte ‘hoe-vragen’. Daar begrijpen ze soms niks van.

‘Over het algemeen is deze doelgroep gevoelig voor ‘compliance’. Ze hebben de neiging om sociaal wenselijk te zijn en conflicten met een autoriteit uit de weg te gaan. In dit geval met de verhoorder. Daarom moet je zorgvuldige vragen stellen. Een andere uitdaging is dat veel soorten vragen te lastig zijn. Vragen naar frequentie, data en tijden zijn moeilijk. Maar ook algemene en abstracte ‘hoe-vragen’. Daar begrijpen ze soms niks van. Vaak gaat hun verhaal van de hak op de tak. Het is ingewikkeld om er gedetailleerd informatie uit te krijgen, omdat ze vaak afdwalen en associëren. Ik leer de studenten daarom af en toe een stukje of woordje te herhalen. Zo kunnen ze de aandacht vasthouden bij het verhaal. Wij noemen dat ‘de dia voortzetten’.’

Twee verhoorstudenten en twee studenten van Parc Spelderholt in gesprek aan een hoge tafel.

Toegevoegde waarde voor beide partijen

Van Tygo krijgt Lenny de feedback dat hij een veilig gevoel bij haar had tijdens het gesprek. Hij vond het fijn dat hij zijn grenzen mocht aangeven. Het aangeven van grenzen is dan ook een leerdoel voor sommige studenten van Parc Spelderholt. ‘Een samenwerking met toegevoegde waarde voor beide partijen’, vinden Rispens en de praktijkbegeleider van Parc Spelderholt beiden. ‘Voor onze jongeren is dit een mooie oefening in het ontvangen van gasten. Ze worden ook uitgedaagd door de interactie met onbekenden’, voegt de praktijkbegeleider toe.

Maar hoe is die samenwerking ontstaan? Volgens Rispens gaat dat terug naar 2012. ‘Ik was toen samen met een oud-collega bij een training in Wales. Die training ging over het verhoren van kinderen en kwetsbare getuigen. Als onderdeel van die les gingen zij naar een instelling om te oefenen met mensen met een verstandelijke beperking. Wat zijn de kenmerken? Hoe herken ik dat? En wat zijn de valkuilen? Dat kun je allemaal trainen met acteurs en dat doen we ook. Maar het is een meerwaarde om met mensen met een beperking in de praktijk de gesprekken te voeren. Zo is het idee ontstaan.’

‘We hebben toen contact gezocht met Parc Spelderholt in Beekbergen. Zij zagen gelijk het voordeel in van een samenwerking. Want de studenten leren van elkaar tijdens de gesprekken die ze voeren. En de studenten van Academie Spelderholt leren daarnaast ook gasten ontvangen. Dus een win-winsituatie.’

Verhoren van kwetsbare verdachten

Niet alleen studenten van de opleiding ‘Verhoren van kwetsbare getuigen in zedenzaken’ gaan op bezoek bij Parc Spelderholt. Ook studenten van de specialistische verhooropleiding ‘Verhoren van kwetsbare verdachten’ oefenen bij Parc Spelderholt in gespreksvoering. In die opleiding leren studenten van de Politieacademie hoe ze een verdachte met een verstandelijke beperking moeten verhoren.


Niet gevonden wat je zocht?

Deze website van de Politieacademie gebruikt cookies om de website goed te laten werken. En om het gebruik van de website te analyseren. Dit doen we volledig anoniem. Je gaat hiermee akkoord als je op ‘accepteren’ klikt. Klik je op ‘weigeren’? Dan plaatst de website deze cookies niet.

Meer informatie over het gebruik van cookies op politieacademie.nl lees je in onze cookieverklaring.